Geel, groen, rood of blauw. Geen kleur bleek goed of fout. Elke kleur kent zijn eigen kwaliteiten en valkuilen en om tot een goed resultaat te komen zijn alle kleuren nodig.

We vulden allemaal de DISC test in die aangaf welke kleur het meest bij ons past. Rood staat voor dominant, geel voor invloed, groen voor stabiel en blauw voor consciëntieus. Onze groep bleek divers, alle kleuren waren goed vertegenwoordigd. Per kleur kregen we de opdracht een het allerleukste spel te bedenken. Al snel bleken er grote verschillen te zijn tussen de kleuren!

Bij rood was het stemvolume hoog, wie het hardst riep kreeg de aandacht. Maar ze hadden wel lol! In de gele groep werd het ene na het andere creatieve idee geopperd. Rustig overlegd werd er bij de groene groep, waar iedereen tijd en aandacht kreeg om zijn idee of aanvulling te delen. Blauw dacht vooral na over een kloppend geheel. De uitkomsten waren dan ook heel divers!

Door op deze manier met elkaar bezig zijn ondervonden we dat er inderdaad duidelijke verschillen zijn in hoe ons denkproces werkt, hoe creatief we zijn en hoe we met elkaar communiceren. We weten nu wat onze eigen voorkeur is en kunnen hier nu mee gaan spelen. Dat het onze voorkeur heeft, betekent natuurlijk niet dat we het ook altijd zo moeten doen. Een mooie uitspraak van Babette was: Als we altijd maar bij onze eigen kleur blijven, worden we een karikatuur van onszelf. Aan de andere kant begrijpen we nu ook de ander beter. We kunnen het misschien de volgende keer wat beter accepteren als iemand anders reageert dan we zouden verwachten. En dat maakt de wereld weer een klein beetje beter!

Geschreven door Thessa Boddenberg